afb. 2008
Sinds oktober 2006 publiceert de Werkgroep Toponymie iedere week in het Stadsblad een cultuurhistorisch stukje over een straat, steegje, hofje of plein. Inmiddels zijn de straten en stegen van de historische Bossche binnenstad, en die van de twee eerste stadsuitbreidingen buiten de stadswallen, het Zand en de Muntel, besproken. Ook zijn de (voormalige) woonbuurten Vogelwijk en Duliwijk behandeld. Vanaf vandaag richt de serie Toponymie zich op de straatnamen van de derde grote stadsuitbreiding buiten de stadswallen, de Vliert. De naam 'Vliert' is als toponiem afgeleid van 'vlieten' voor stromen, een woord dat rechtstreeks teruggaat op het Germaanse *flewo = stromen (Oudnederlands flieta = waterloop in getijdengebied). Het terrein de Vliert was in de middeleeuwen gelegen tussen de Vliertse Wetering en het riviertje de Aa. Men sprak van vlietland of broekland, land dat bij hoogwater steeds onderliep; 'broek' is de benaming van laaggelegen, drassig gebied. Het is aannemelijk dat de naam de Vliert ontleend is aan de gesteltenis van de toentertijd aanwezige gronden. Het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden (1839-1851) van A.J. van der Aa vermeldt het volgende: "Vliert; De Pepers - De Muntel - De Heuf en zoogenaamde Jan Toonenland. Polder in de Meijerij van 's-Hertogenbosch, gedeeltelijk gemeente Rosmalen. In den polder zelven staan geen huizen, alleen staan eenige aan en op den dijk. Hij wordt door een steenen sluis, gebouwd in 1796, even buiten het fort Papenbril op de Dieze, van het overtollige water ontlast. In vroeger tijd, tot den jaren 1796 is het gedeelte van de Vliert en den Peperspolder aan het benedeneind met eene kade of dijk, tegen het zomerwater voorzien geweest, doch deze is alstoen geslecht." In de afgelopen eeuwen werden veel gebieden rondom de stad 's-Hertogenbosch elk jaar door vooral Maas- en Dommelwater overstroomd. In tijden van oorlog kon het land bovendien ook kunstmatig onder water gezet worden (inundatie). Het waren militaire gronden waaraan niets mocht worden gedaan. Vandaar dat er geen huizen of boerderijen werden gebouwd. Elk jaar inspecteerden een officier van de genie en een ingenieur van Waterstaat deze gebieden. In de archieven vindt men dan ook hoofdzakelijk gegevens betreffende verkopingen van polderland in de Vliert (vanaf 1370). Na het verlies van de status als vestingstad in 1874, ging het stadsbestuur overwegen om het laag gelegen, moerassige land rondom 's-Hertogenbosch, bewoonbaar te maken. | 5 |
Aangrenzend aan de Muntel en ook geleidelijk overgaand in bebouwing ligt woonbuurt de Vliert. In vroegere tijden - voordat er huizen stonden - was het gebied de Vliert vanuit de stad bereikbaar via de Citadellaan. Over de Dieze lag tot 1939/1940 nog geen brug. De rijksweg vanaf Orthen boog ter hoogte van de Maalstroom af richting Citadellaan. Als je vanuit de stad kwam - via de Citadellaan - moest je op het einde van de straat altijd dat riviertje oversteken. Langs de Vaaltweg stonden de loodsen van het slopersbedrijf van Huiskes, Menco en De Winter. Er lag ook - aan het Houtpad - de houthandel van Van Swaay. Huizen en overige bebouwing werden in 1939 onteigend in verband met de aanleg van de Diezebrug. Nog tijdens de afbouw van de Muntel richtten de ogen van de stedenbouwkundigen zich op het poldergebied de Vliert teneinde er een woonwijk van te maken. Het bouwrijk maken van een nieuw woon- en leefgebied kreeg een aanvang na 1920. Een deel van de werkzaamheden, zoals het afhalen van zwarte grond, moest in werkverschaffing uitgevoerd worden. Het lage land werd daarna opgespoten met zand, dat gewonnen werd bij de Maaskanalisatie. Het terrein tussen de Geldersedam en Aartshertogenlaan kreeg geleidelijk aan zijn definitieve indeling. Pas in de jaren dertig van de vorige eeuw is met de huizenbouw in dit gebied begonnen. De woningbouw in de Vliert was grotendeels in handen van particulieren. De grond werd veelal gekocht door architecten, bouwbedrijven en - pas veel later - ook woningbouwverenigingen. De eerste die grond kocht in het nieuwe uitbreidingsplan was het parochiebestuur van het Allerheiligst Sacrament, voor de bouw van de Sacramentskerk (Sonniusstraat) en een fraterhuis voor de paters van Tilburg. De grondprijzen werden in 1935 vastgesteld, hoewel een maand tevoren de eerste stukken grond waren verkocht. Straten en straatnamen waren er nog niet, die stelde de gemeenteraad op 18 februari 1936 vast. De eerste vastgestelde straatnamen waren: Antoon der Kinderenlaan, Ophoviuslaan, Frederik Hendriklaan, Aartshertogenlaan, Sonniusstraat, Mgr. Zwijsenstraat. De straten waren ruim van opzet met royale trottoirs, waarlangs moderne woningen werden opgetrokken. De Aartshertogenlaan werd een brede hoofdverkeersweg met aan weerszijden statige etagewoningen, met aan het einde daarvan Sportpark de Vliert (geopend op 8 september 1951 door Fanny Blankers-Koen). Ook kwamen er scholen: jongensschool Pius X en Maria Gorettischool, beide aan de Aartshertogenlaan. | 5 |
De buurten de Muntel, de Vliert en Orthenpoort vormen gezamenlijk één wijk met de officiële naam Muntel/Vliert/Orthenpoort. De wijk ligt ten noorden van het stadscentrum van 's-Hertogenbosch. Het gebied wordt aan de zuidzijde begrensd door de rivier de Aa, aan de oostkant door de Westenburgerweg en de Van Grobbendoncklaan en aan de west- en noordzijde door de spoorlijn 's-Hertogenbosch-Nijmegen. De Vliert wordt getypeerd als 'overgangsbuurt', ontwikkeld en gerealiseerd zowel vóór als ná de Tweede Wereldoorlog. Begin jaren dertig van de vorige eeuw won de (tuinstad)gedachte terrein om wonen, werken en recreëren te scheiden. In deze periode werd het zuidelijke deel van De Vliert gebouwd als een aantrekkelijk, klein villabuurtje met veel groen, bomen en ruim opgezette plantsoenen. Dit gedeelte van de Vliert heeft dan ook een tuindorpachtige, open bebouwingsstructuur van (half)open bouwblokken. Ook startte de aanleg van parken en sportparken. De rest van woonbuurt de Vliert werd ná 1945 aangelegd rondom de nieuwe hoofdweg Aartshertogenlaan. De Vliert is functioneel en ruimtelijk sterk georiënteerd op de binnenstad, met de parochiestructuur als belangrijk ordenend principe. De buurt is traditioneel opgezet volgens de beginselen van de Delftse School. Het stratenpatroon is ruimtelijk hiërarchisch opgebouwd met zowel rechte als gebogen straten en lanen. De bebouwing bestaat overwegend uit eenvoudige en ingetogen rijtjeswoningen met voortuinen en rijtjes haaks op elkaar aan rechthoekige woonhoven. Forsere bebouwing is er vooral langs de hoofdwegen. In de wijk zijn kort geleden enkele nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gepland, die deels al uitgevoerd zijn. Zo worden woningen gebouwd rond De IJzeren Vrouw. Op de voormalige HAS-locatie komen 126 huur- en koopwoningen in drie torens van 40 meter (project De Amazones). Op de plek van het voormalige Brabantbad komen vier gebouwen met in totaal ruim 100 woningen. Aan de Pelssingel heeft sloop en nieuwbouw plaatsgevonden van 66 woningen van woningbouwcorporatie Eigen Bezit. In de bouw is ondergronds parkeren voorzien, waardoor de parkeerdruk in dit deel van de wijk zal afnemen. Begin van dit jaar sloopte corporatie Zayaz een compleet woonblok op de hoek Citadellaan/Willem van Nassaulaan (project De Cavalier), ten behoeve van nieuwbouw van 64 woningen. Het klooster aan de Nemiusstraat is herontwikkeld voor bewoning. Het groen langs de IJzeren Vrouw en het Prins Hendrikpark is opnieuw ingericht. Basisschool de Kameleon aan de Antoon der Kinderenlaan is gesloopt voor nieuwbouw. | 7 |
2010 |
Geert van der Star'Muntel, Vliert en Orthenpoort zien er beter uit'
Brabants Dagblad, maandag 25 januari 2010
|
|
2010 |
Robèrt van LithNieuwe weg tussen Vliert en BVV
Brabants Dagblad, woensdag 21 april 2010
|
|
2012 |
RedactieBuurtbewoners willen wijkspeelplaats Vliert
Brabants Dagblad, donderdag 20 september 2012 | 34-35
|
H.F.J.M. van den Eerenbeemt en L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch op de drempel van een nieuwe tijd (1960) 207
M.H.M. Spierings, Het Schepenprotocol van 's-Hertogenbosch 1367-1400 LIX (1984) 83, tabel 3
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 289, 291, 298, 303